Als Herman zijn jongere ik een advies zou moeten geven, dan is het wel dat hij meer mag genieten van het leven. Terugkijkend vindt hij wel erg veel met werk bezig te zijn geweest, daarin ziet hij zijn eigen vader terug. Hij roemt zijn vrouw voor haar oeverloze en enthousiasmerende betrokkenheid bij het gezin. Een ‘warm gezin’ met vier dochters en negen (bonus)kleinkinderen, zo omschrijft Herman. En met vijf in plaats van vier schoonzonen, want de ex-man van de oudste dochter hoort er nog altijd bij. Bovendien staan de schoonzonen garant voor flink wat gelach in huize Meinhardt: “allen zijn ze ontzettend geestig, bij hen lijkt het alsof de humor op straat ligt.”
Zijn eigen nest omschrijft hij bijna als tegenpool van dit gezin: gesloten, bloedserieus en streng gelovig. Moeder zorgde voor de twee zonen, drie dochters en pleegdochter. Herman wist niet wat hem overkwam toen hij voor het eerst bij zijn vrouw Tonnie over de drempel stapte. Een levendig gezin, waar veel werd gepraat en alles ter tafel werd gebracht. Het veranderde Herman. “Tonnie vindt nog steeds dat ik veel te gesloten ben, maar vergeleken met hoe ik was is het een wereld van verschil.”
Vertrouw je nou eens toe aan die bank, ontspan!
Herman werkte een groot deel (26 jaar) van zijn werkende leven als fysiotherapeut in een verpleeghuis, gevolgd door een aantal andere plekken. Daarnaast had hij een praktijk aan huis als haptotherapeut. Door een haptonomische tilcursus rolde hij bij toeval in dit vak. De cursus bleek gezien Hermans achtergrond en persoonlijkheid een eye-opener. De man die lesgaf vroeg iemand naar voren. “Hij vroeg me om op een bank te gaan liggen en mijn bovenkleding uit te doen, ik had al bijna spijt, maar deed het toch. Toen heeft hij mij getoetst op mijn alertheid door mij in de zij te prikken. Ik sprong bijna van de bank. Toen zei hij: “vertrouw je nou eens toe aan die bank, ontspan”. Dat deed ik, en toen gebeurde er niks en ik dacht ‘hé’. Op een gegeven moment stond hij met zijn schoenen op mijn rug, dat kon allemaal. Daarna heb ik het mezelf eigen gemaakt.”
Dat Herman ondanks veel werkplezier toch besloot ermee te stoppen had te maken met zijn zwager die ernstig ziek werd en binnen een half jaar overleed. Dat kan mij ook gebeuren, realiseerde Herman zich. Samen met Tonnie geniet hij volop van de muziek. Het huis vult zich vaak met Tonnie’s pianospel. Samen organiseren ze klassieke concerten in een kerk in Arkel. En als ze met vakantie gaan wordt het een muziekreis.
Organisaties luisteren niet vanzelfsprekend naar ouderen
Ook op het vlak van ouderenparticipatie heeft Herman nog veel ambitie: “wat ik heel belangrijk vind is dat ouderen een stem hebben als het gaat om wonen, welzijn, zorg en mobiliteit. Organisaties hebben niet vanzelfsprekend de neiging daarnaar te luisteren. Dat zijn dingen waar ik me hard voor wil maken.” Al tien jaar is Herman betrokken bij Genero en dat wil hij zolang daar gelachen én gerelativeerd wordt nog wel even doen.
Dit interview maakt onderdeel uit van de campagne"52 tinten zilvergrijs". Rik Moonen interviewde in deze editie Herman Meinhardt. Zijn vrouw Tonnie (links) was ook aanwezig bij het gesprek. Meer weten? Ga naar www.gene-ro.com/52tintenzilvergrijs.
Comments